Het escalatie model van Friedrich Glasl is alom gekend.

Eerst is er een probleem, dan wordt het een strijd en tenslotte heerst er een bittere oorlog.
Vrienden, kennissen, collega’s worden vijanden, alles draait om stokken in de wielen van de andere te steken, elkaar maximaal te dwarsbomen.

De escalerende dynamiek die tot uiting komt in de communicatie en de interacties tussen de partijen wordt sterk beïnvloed door een aantal instellingen.
Zo treedt de neiging op te categoriseren, te vereenvoudigen en vooral te generaliseren.

Mensen worden aan de hand van de informatie die men over hen heeft onderverdeeld in groepen goed-slecht, te vertrouwen-te wantrouwen enz.
De aanleiding hiervoor is vaak te vinden in uiterlijke kenmerken of gedragingen.

Stereotypering wordt gebruikt als een discriminerend vooroordeel dat een overdreven beeld van een groep of een persoon geeft.

Op zijn beurt werkt dit de polarisatie in de hand die er enkel op gericht is de aandacht te trekken naar de tegenstellingen binnen dit conflict; het zogenaamde zwart-wit denken.

In dit ganse proces van escalatie worden soms ook nieuwe allianties gesmeed; samen tegen -of voor- de ander.
Steevast wordt “ons falen” gekoppeld aan de omstandigheden, terwijl het falen van de ander het bewijs levert van “onkunde” en/of “slechte wil”.

Bij escalerende conflicten is er een wezenlijke afstand tussen de realiteit zoals ze beleefd wordt door de ene en de andere partij.

Anders dan in de rechtbank, gaat de bemiddelaar niet achter de waarheid, achter de mogelijke schuldige aan.
Hij gaat niet (ver)oordelen.

Hij gaat wel samen met de betrokkenen, graven naar de kern van het conflict.

Oorzaken bij escalatie liggen vaak verscholen in de onaangename spanning tussen de gedachten en/of gevoelens die iemand ervaart.

Een vergeefs streven naar bevestiging, zoeken naar zelfrechtvaardiging door de schuld bij de ander te leggen of het voorspellen van het gedrag van de andere door valkuilen op te zetten opdat de eerder gestelde prognose zou uitkomen.

Het zijn de inzichten die tijdens de bemiddeling ontstaan en niet de beantwoording van de schuldvraag, die de betrokkenen met nieuwe ogen doen kijken naar het conflict, naar zichzelf en naar de andere.

Hierin ligt de sleutel tot de-escalatie van het conflict, terwijl de geleden schade bepalend zal zijn voor de verdere relatie tussen de betrokkenen.